‘Democratie staat of valt met het vrije politieke debat’ . Hendrik Vuye

“Democratie staat of valt met het vrije politieke debat”: met dit citaat van professor Hendrik Vuye onder de arm wil de N-VA in Knokke-Heist de debatarmoede in de gemeenteraad aankaarten. Het doorgezette stilzwijgen van de raadsleden van de meerderheid tijdens de zittingen, doet op zijn minst de wenkbrauwen fronsen en vraagtekens rijzen.

Op tussenkomsten door de oppositie antwoordt de burgemeester steeds in plaats van de schepenen of gemeenteraadsleden van GBL. Dit blijkt uit de notulen maar ook uit het feit dat tijdens een gemeenteraad enkel de burgemeester en de oppositie over een microfoon beschikken. De raadsleden van de meerderheid zitten er passief bij, en doen er het zwijgen toe. Zo kan de gemeenteraad moeilijk het kloppende hart van de democratie zijn.

Professor Vuye vindt dat tussen politici, politieke partijen en politieke organisaties het vrije politieke debat geldt. Door op deze uitspraak verder te gaan kan gesteld worden dat het debat in Knokke-Heist echter een non-debat is geworden tussen oppositie en de  burgemeester die de zaken afblokt vooraleer de raadsleden, mochten ze dit willen, kunnen reageren. Wisten de leden van CD&V en Open VLD dat het onderschrijven van het programma van Gemeentebelangen in feite een contract was dat hun monddood zou maken? De politiek in Knokke-Heist lijkt enkel en alleen te bestaan om een modus vivendi in stand te houden waarbij mensen hun eigen persoonlijkheid of standpunten verdoezelen als voorwaarde om mee op het politieke toneel te mogen.

Het lijkt erop dat er een ‘methode van ontwijking’ wordt gebruikt waarbij zaken waarover men geen consensus heeft, geweerd worden uit de publieke sfeer. Wie zich niet uitspreekt over iets, gaat het de facto uit de weg. Door het ontbreken van debat is het onmogelijk voor de burgers om te weten wanneer iets acceptabel is en wanneer niet. Wat een open debatcultuur zou moeten zijn, lijkt veel meer een gesloten debatcultuur waar men van alles al kan regelen nog voor men de gemeenteraad zitting houdt.

Men hoeft nochtans niet bang te zijn van een gedegen debatcultuur. Tenzij men de ander direct schaadt, hoeft er geen sprake te zijn van disrespect. Men moet wel zoeken naar redenen die de ander kan hebben om die visie te delen en ook de nodige menselijkheid aan de dag leggen. Maar het niet vinden van gedeelde redenen betekent niet dat er afbreuk is aan het eigen pleidooi. Het is vandaag een maatschappelijk gegeven dat onenigheid onvermijdelijk deel uitmaakt van de democratische samenleving.