U bent hier
Vlaamse Regering beschermt kanaalbeplanting Damse Vaart als monument
De Vlaamse overheid heeft de Damse Vaart met kanaalbeplanting van opgaande populieren in Brugge, Damme en Knokke-Heist definitief beschermd als monument. “Dankzij Vlaams minister-president Geert Bourgeois, die ook minister van Onroerend Erfgoed is, is het idyllische uitzicht van de Damse Vaart voor de eeuwigheid beschermd en kunnen we er van blijven genieten, ook in Knokke-Heist. Het uitzicht van de monumentale bomenrijen typeert het karakter van onze regio en de Zwinstreek. De bescherming is tevens een uniek toeristisch-recreatieve troef die verder ontwikkeld kan worden.”, zegt Vlaams volksvertegenwoordiger Cathy Coudyser.
De aanleiding van dit beschermingsdossier is de voortzetting van beschermingen uitgaande van het thematisch beschermingspakket van het meest waardevolle houtig erfgoed in Vlaanderen zoals het in 2009 werd opgestart. De focus ligt hierbij telkens op de opgaande bomenrijen langs het kanaal en de dijk.
De kanaalbeplanting met opgaande populieren langs de Damse Vaart is uitzonderlijk omwille van de diversiteit aan oude en recentere Canadapopulieren. Het kanaal biedt op die manier een staalkaart aan populierenvariëteiten. De hoog opgaande Canadapopulieren en de kanaaldijken hebben daarnaast een zeer sterk ruimtelijk-structurerend effect. Ze accentueren de ligging van het vroeg negentiende-eeuwse kanaal tussen Brugge en Sluis. Ook esthetisch zijn de bomenrijen bijzonder, vooral dan de segmenten met de typische kromme stammen en boomkronen die meebuigen in de richting van de overheersende zeewinden. “Ze leveren een voor Vlaanderen karakteristiek landschapsbeeld op. De weerspiegeling van de bomen in het kanaal en de strakke belijning van de kanaaldijken maken het idyllisch plaatje helemaal af”, aldus minister-president Geert Bourgeois.
Uiteraard kent de Damse Vaart ook een bijzondere historische waarde, een erfenis uit de Napoleontische periode. Het kanaal is in 1808 aangevat, onder Hollands bewind verdergezet en omstreeks 1824 afgewerkt tot aan de fortificaties voor Sluis.
Minister-president Geert Bourgeois: “Het kanaal en de aanliggende infrastructuur van dijken, jaagpaden en opgaande beplanting is steeds een publieke aantrekkingspool geweest. Vroege vormen van recreatief gebruik zoals zwemmen en schaatsen, illustreren dit en leven door in meer recente toeristisch-recreatieve gebruiksvormen waaronder het varen, het hengelen en het fietsen. De archetypisch Vlaamse landschapskenmerken van de Damse Vaart, waarin de opgaande populieren tot het collectief geheugen behoren, zijn vastgelegd in talrijke dichtwerken, aantekeningen, schilderijen, foto’s, liedjes,… De levende herinnering aan herders met schaapskudde langs de kanaaldijken van de Damse Vaart en het voornemen voor het herstel van de traditionele schapenbegrazing sluiten rechtstreeks aan bij het volkskundig gebruik”.